Afwijkingen in de knie bij opgroeiende kinderen
Tussen de geboorte en het zevende levensjaar groeit een kind flink. Omdat je kind zich in die periode steeds op een andere manier voortbeweegt (rollen, ‘tijgeren’, kruipen, lopen, rennen, springen, fietsen, zwemmen), worden de benen telkens anders belast. Door de snelle groei en veranderende belasting van de benen hoort er bij elke leeftijdsperiode tussen 0 en 7 een andere beenstand. Leeftijd en de normale stand van de knieën.
Leeftijd | Beenstand |
0 jaar | kinderen worden geboren met O-benen. |
0 -2 jaar | in deze periode groeien de knietjes langzaam naar elkaar toe. Geleidelijk worden de benen van je kind recht. |
2 jaar | rond deze leeftijd heeft je kind min of meer rechte benen. |
2-3 jaar | in deze periode krijgt je kind X-benen: de knieën groeien naar elkaar toe en de enkels groeien van elkaar af. |
3-7 jaar | vanaf het derde levensjaar houdt je kind nog een lange tijd X-benen. Een kleuter met X-benen is dus normaal. Daarna worden de benen van je kind geleidelijk rechter. |
7 jaar | rond deze leeftijd hebben de meeste kinderen rechte benen. Als je kind met gestrekte benen ligt, dan kan het meestal zowel enkels als knieën tegen elkaar aanleggen. |
Vanaf 7 jaar | als bij kinderen vanaf deze leeftijd X- of O-benen voorkomen kan dat zelden kwaad. Tussen kinderen onderling bestaan veel verschillen. |
Standsafwijkingen van de knieën komen bij kinderen weinig voor. Twijfel je, neem dan contact op met een van de kinderfysiotherapeuten van Het Plein Duiven.
Bij sommige kinderen zijn de voeten sterk naar binnen gedraaid. De tenen komen dan tegen elkaar en de enkels staan van elkaar af. Dit kan geen kwaad en gaat meestal over voordat je kind 8 jaar wordt.
Helemaal boven aan het scheenbeen, vlak onder de knie, zit een klein ‘heuveltje’ in het bot. Op die plek zit de bovenbeenspier stevig aan het bot vast. De bovenbeenspier gebruik je om de knie te strekken, bijvoorbeeld om een bal te schoppen. Bij de Osgood Schlatter knie is die plek, vlak onder de knie, geïrriteerd. Dit komt vooral voor bij jongens die snel groeien en veel sporten.
Bij Osgood Schlatter heb je pijn vlak onder je knie, meestal aan één been, soms aan beide. Het doet vooral pijn tijdens of na het sporten. Soms is het botheuveltje waar de bovenbeenspier aan vastzit verdikt. Als je op die zwelling drukt, doet dat meestal pijn.
De plek waar de bovenbeenspier aan het bot vastzit is overbelast en geïrriteerd. Dit veroorzaakt de pijn en zwelling. Die overbelasting kan ontstaan wanneer een snel groeiend kind veel aan sport doet.
De pijn aan de voorzijde van de knie kan geen kwaad. Als de pijn tijdens of na het sporten duidelijk erger wordt, dan moet je de knie minder belasten.
De klachten duren meestal enkele maanden. Ze gaan bijna altijd over als de periode van snelle groei voorbij is. Als de klachten minder zijn, kun je geleidelijk weer meer gaan sporten. De zwelling vlak onder de knie kan blijven zitten als de pijnklachten verdwenen zijn. Dit kan geen kwaad.
De kinderfysiotherapeut kan goede adviezen geven op welke wijze (sport)activiteiten zorgvuldig gedoseerd/opgebouwd kunnen worden en oefenadviezen geven om de kracht in de bovenbeenspieren optimaal te houden. Tevens werken wij samen met de podotherapeut en de sportfysiotherapeut.
Patella is een ander woord voor knieschijf. Femoraal betekent ‘van het bovenbeen’. De knieschijf ligt op het kniegewricht. Bij strekken en buigen van het been schuift de knieschijf over het kniegewricht heen. Soms ontstaat hierbij irritatie tussen de knieschijf en het kniegewricht. Dat geeft pijn. We noemen dit het patellofemoraal pijnsyndroom. Het komt vooral voor bij tieners en jongvolwassenen, vaker bij meisjes dan bij jongens.
Door overbelasting, verkeerde belasting of kneuzing van het gebied rond de knieschijf.
De pijn wordt erger bij: | De pijn wordt minder bij: |
hurken | bij rust |
knielen | knie strekken |
traplopen | |
fietsen | |
sporten | |
lang zitten met gebogen knieën |
De knie kan stijf aanvoelen of dik zijn. Bij traplopen kun je een wankel gevoel in de knie hebben. Meestal zijn er maar klachten aan één knie, soms aan beide.
Bij voet en enkel klachten denk je bij kinderen al gouw aan sport blessures of klachten ontstaan door de groei. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Morbus Sever
In de groei kunnen kinderen veel last krijgen van hun hak, of hielbeen. De achillespees (de pees van de kuitspier) hecht net boven dit hielbeen en ook net onder dit hielbeen vast. Wanneer hier, aan de groeischijf die daar zit een ontsteking komt, heet dit Morbus Sever.
Morbus Sever komt vaak voor bij (actieve) kinderen tussen 8 en 13 jaar en meer bij jongens dan bij meisjes. Bij kinderen, in deze leeftijdscategorie, komen bij belasting van het hielbeen soms onregelmatigheden in, die nog niet volgroeide, groeischijf voor.Druk op het hielbeen bij het stoten van de voet en veel springen veroorzaken dan pijn en zelfs enige zwelling van de achterzijde van de voet (de hiel). Röntgenfoto’s kunnen de aandoening aantonen, maar vaak zijn de leeftijd van de jonge sporter en de plaats van de pijn al voldoende om de diagnose te kunnen stellen.
De pijn kan veroorzaakt worden door: trauma/letsel, overgewicht, op blote voeten lopen of grote lichamelijke activiteiten ( zoals rennen en springen). Tevens kan een afwijkende voetstand van het hielbeen een grotere trekkracht aan de achillespees geven waardoor de hielpijn geprovoceerd kan worden. Sporten zoals basketbal, tennis en voetbal provoceren de klachten. Wanneer de groeischijf zich sluit zal de pijn verdwijnen.
De behandeling van ontsteking van het groeiende hielbot bestaat uit een beperking van de hielbelasting bij sporten. Het is echter wel mogelijk om kinderen zonder pijn te laten sporten. Na een onderzoek kan een van onze kinderfysiotherapeuten bepalen of een schoenadvies (dikkere dempende schoenen), dan wel een podotherapeutische inlegzool voorgeschreven dient te worden, in dit geval werken we samen met podotherapie Serree. De therapie zal nodig zijn tot het moment dat de groeischijf volgroeid is en de hiel dus de belasting kan dragen. Tevens geven we passende oefeningen om de pijn te doen verminderen, kijken we naar het looppatroon en geven we advies, wat te doen bij pijn.